Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij nam boter en melk, en het kalf, dat hij toegemaakt had, en hij zette het hun [17]voor, en [18]stond bij hen onder dien boom, en zij [19]aten. 17. Hebr. voor hun aangezicht. 18. Om hen te dienen. 19. Zie boven vs.2.